Je begint de dag bij je eerste klant met een lekker kopje koffie of thee. Je controleert meteen of er genoeg voorraad is voor de automaten. Is er iets op? Dan vul je het aan voordat je de automaten verzorgt. Mocht iemand een koffie willen, dan zorg je eerst voor een vers bakkie voordat je verdergaat met je taken. Terwijl je werkt, krijg je een melding van een storing aan een andere automaat. Je blijft kalm, rondt je huidige klus af en lost de storing snel op.
Je werkplan lees je in je digitale werkmap (PDA) en controleert regelmatig de voorraad van de automaten. Je zorgt voor hun onderhoud en schoonmaak, verhelpt storingen en maakt gezellig een praatje met de klant. Alle werkzaamheden registreer je netjes en zorg je ervoor dat de klant tevreden is met het resultaat. Als de automaten weer goed bijgevuld en in topvorm zijn, kun je met een voldaan gevoel de dag afsluiten.